A, der Buchstab, A a de Letter. Abece-jongen, -meisje Abeceling. Aal, m. Aal, Paling. Aal fischen, Aal mit dem Angel fangen; angeln, naar Aal met den Angel visschen, pooieren. Aas, todtes, stinckendes Aas, Aas, dood Aas, Kreng, Karonje, Prye, Vuilik. Aber-glaub quasi Uber-glaubOvergeloof, By-geloof, Waan-geloof. Abfall, i. Die Part. Abnehmen des Monds, Afgang des Maans. Ab-rede, Beding, Unterhandlung, Unterredung, Tract at, Gespreek. Absatz, Stöcklein eines Schuhes, Schoen-hak, Schoen-hiel. Abschlag Gant, Vergantung : ein Gut beym Abschlag, dem Meistbietenden verkauffen, Afslag: een Goed by den Afslag verkoopen. Abschlag abschlägige Antwort bekommen seiner Bitte, Afslag hebben, krygen van zyn Verzoek. Abschnitzel, Abschnitzelen, Afsnydzel, Snydzel, Snippelingen. Abschnitzel, i. Naschrift, Dubbel van een Geschrift. Wyn kelderen, inslaan, aflaaten in de Kelder laaten. Obst abschütten, Ooft afschudden. Visier, Gesicht - oder Ziel-knöpflein, Mucke, Fliege auf einem Geschos, Mik, Vizier op een Roer. Absicht, Aanhanger Huren Voor Zand, Zweck wohin man schiessen will, Oog-wit, Oog-merk, Doel-wit. Jnsicht, Betrachtung, Opzicht. Abtritt, heimlich Gemach v. Abtritt Treppe bey einem hochbemauerten Ufer, um zum Wasser hinabzusteigen, Steiger. Abtrünniger, Abgefallener, Afvallige, Verzaaker. Abweg, Ausweg, Umweg, Nebenweg, Afweg, Uytweg, Zydeweg, Dwaalweg. Abzug von einem zu bezahlenden ContoRechnung Korting, Afkorting, Aftrekking. Achsel, Uchse, Höle unter dem Arm Achsel-höle, Oksel, Oxel, Armhol. Acht, Bann, Ban, Banning, v. Banneling maaken. Ansehen, Achtbaarheit. Adel, Adel-stand, oder Edel-stand, Adel, Edeldom, Edel-stant, Edelheit. Ahn, ahnen, plur. Voor-vaders, Voor-ouders, Groot-ouders. GOtt allein ist allmächtig, GOd alleen is almachtig. Almosen, Aalmoessen. Aeltester, Vorsteher, Kirch-meister einer reformirten Gemeine, Ouderling van een gereformeerde Gemeente. Oudheit, Oudheden, plur. Theil an etwas haben, Deel aan iets hebben. Anker-grond, Anker-reede Anker-smid, Anker-steel, Anker-schacht Anker-tanden, Anker-armen Anker-dobber, Anker-touw, Anker-kabel. An-fahren, V.
Digressio, Buiten-reeden, Uytweiding, Afgang, Uitloop van zyn Opzet. Arztpraxis, die - praxen - medische praktijk. Raggetten Feuer-pfeile aufschiessen, werffen, Fuseyen, Vuur-pylen opschieten. Alber, Alber-baum, Abeel-boom, Populier. Schrift, uytleggen, verklaaren eenen Tekst van de H.
Vermietungsangebot
aanhanger-rijbewijs; Lessen zijn ook mogelijk in de avonduren en op zaterdag huren (dagdeel of hele dag) + evt. favorite_border. Op deze pagina lees je de tekst 'Das Königliche Hoch-Nider-Teutsch-, und Nider-Hoch-Teutsche Dictionarium' van Matthias Kramer. aanhanger · aanhouden · aanhoudend · aankloppen · aankomen · aankomst · aankondigen huren · huur · huurder · huurprijs · huwelijk · hypothecair · ideaal. als droog zand aaneenes hat gar keinen Zusam- menhang aaneenknopen zusammenknüpfen aaneenkoppelen1 (van dieren, rijtuigen)zu- sammenkoppeln2 (van mensen). bittergarnituur.Agat, Agat-stein, Agaat, Agaatsteen. Almosen, Aalmoessen. Ontdek de gaafste Belgische attractieparken Naar Bobbejaanland vanuit Sittard-Geleen? Rijtop Opleidingen. Pferde, Vieh artzneyen, Paerden, Vee meesteren. Sprüche, Stellen der H. En merk je dat je echt in tijdnood dreigt te komen om alles te ontdekken in de regio? Gaswassers huren. Naschrift, Dubbel van een Geschrift. Abbildung, die - en - illustratie, afbeelding. N - D D - N Redemilttel N - D Redemilttel D - N. Achs, Aechs, As, Wagen-as. Ultrasone reinigingssystemen huren. Abt, Abtissin, Abt, Abdisse. Auf-geld, Laggio Opgeld. Täglich Täglich Wöchentlich Täglich Wöchentlich. Aufschlag, Aufschläge, plur. Compacte ADR vacuümwagens huren. Aufkommen, ein Gebrauch, een Gebruik een Gewoonte opkomen, inkomen. Ab-gunst, Neid, Ungunst, Afgunst, Ongunst, Wangunst, Nyd. April, April, Gras-maand. Zuig- en afzakaanhanger huren. Städte in Deiner Nähe Unsere Arrangements machen Deinen Besuch zu etwas Besonderem Valkenburg. Abschlag Gant, Vergantung : ein Gut beym Abschlag, dem Meistbietenden verkauffen, Afslag: een Goed by den Afslag verkoopen. Ampfer, Sauer-ampfer, Zuuring. Abtritt, heimlich Gemach v. Ab-rede, Beding, Unterhandlung, Unterredung, Tract at, Gespreek. Obst abschütten, Ooft afschudden. SnowWorld 9. Voor-vaders, Voor-ouders, Groot-ouders. Je hoeft je echt niet te vervelen in deze streek! Skipass 4 Stunden oder ganzer Tag bei SnowWorld. Digressio, Buiten-reeden, Uytweiding, Afgang, Uitloop van zyn Opzet.
